Veel activiteiten in de buurt van het vakantiepark La Pinède
In de omgeving van de vakantiewoningen frankrijk is een heleboel te beleven en zijn er vele bezienswaardigheden voor elke leeftijdsgroep. U kiest voor een eenvoudige en korte wandeling naar het centrum van Barcarès. Of u maakt een stevige en lange wandeling over de boulevard die bijna eindeloos lijkt. De doordouwers en de sportievelingen kiezen voor een avontuurlijke wandeling door de la nature die zij nog nooit eerder ergens gezien of beleefd hebben. In de omgeving bevinden zich een aantal zeer aantrekkelijke wandelgebieden die een schat aan verrassende ontdekkingen voor u in de aanbieding hebben.
Onderstaande plaatsen zijn zeer de moeite waard om deze tijdens uw vakantie te bezoeken en worden aanbevolen door diverse kenners en ook in folders en Office de Tourisme geven aan dat de toeristen hier hun hart kunnen ophalen.
Argelès-sur-Mer
Een aangename badplaats gelegen aan de voet van Les Albères.
Font-Romeu Pyrénées 2000
Bekend skigebied in de Catalaanse Pyreneeën.
Grande Camargue
( www.frankrijkpuur.nl/wat-te-doen-in-de-camargue )
Cowboys, flamingo’s en rijstvelden zien op één vakantie? Het kan, en je hoeft er niet eens Europa voor uit! Je vindt dit allemaal in het zuiden van Frankrijk, in de Grande Camargue. Deze streek wordt ook wel het ‘wilde westen’ van Frankrijk genoemd. Met zo’n grote verscheidenheid aan bezienswaardigheden is het moeilijk kiezen, dus hier een lijstje ‘must-do’s’, oftewel incontournables zoals de Fransen dat zo mooi zeggen.
Força Réal
Een geweldig uitzichtoren boven de Roussillon!
La Cerdagne
Een uitzonderlijk zonnig hoog plateau.
De bergengten van Galamus
Duizelwekkende kalkwanden heersen over de wateren van Agly.
Port-Vendres
Badplaatsje aan de côte Vermeille, bekend om zijn vissershaven.
Kathedraal en klooster van Elne
Het klooster van Font-Romeu
Een van de bekendste bedevaartsoorden in de Pyreneeën.
De kerk van Saint-Génis-des-Fontaines
De gebeeldhouwde bovendorpel is het oudst gedateerde romaanse beeldhouwwerk in steen
Prats-de-Mollo-la-Preste
Middeleeuws plaatsje in de Haut Vallespir, versterkt door Vauban.
Meer van Bouillouses
Een beschermd natuurgebied, genesteld in het hart van de Catalaanse Pyreneeën op 2.016 meter hoogte.
Het prehistorisch museum van Tautavel
Maak kennis met de Man van Tautavel, de eerste Fransman!
Canet-en-Roussillon
Een grote badplaats aan de Catalaanse kust, voor sport en ontspanning.
Céret
Ga vooral even langs zijn beroemde museum voor moderne kunst, een ode aan de grote artiesten van de 20ste eeuw!
Amélie-les-Bains-Palalda
Kuuroord van Le Vallespir
Vernet-les-Bains
Kuuroord genesteld aan de voet van het Canigou gebergte.
Saint-Cyprien
Badplaats aan de Roussillon kust.
Mont-Louis
De hoogst gelegen vestingstad van Frankrijk!
Évol
Een schilderachtig gehucht waarvan de daken van de leistenen huizen met lauze bedekt zijn.
Le Boulou
Kuuroord genesteld tussen berg en zee.
De priorij van Marcevol
Het kerkportaal van roze marmer is werkelijk prachtig!
Kerk van Corneilla-de-Conflent
Zijn romaanse portaal heeft een prachtig gebeeldhouwde timpaan.
Llivia
Spaanse enclave op Frans grondgebied.
Prades
In het koor is een prachtig barokke altaarstuk ondergebracht!
Béziers
Een authentieke stad
De stad torent uit boven de rivier de Orb en het Canal du Midi. De stad dankt zijn welvaart aan de ontwikkeling van de wijnbouw in de 19e eeuw en bevat een groot aantal verborgen schatten.
Béziers (Hérault) is ontoegankelijk als men de stad benadert vanaf de brug-kanaal over de Orb en troont vanaf de hoogte van zijn majestueuze kathedraal Saint-Nazaire over een geschiedenis van meer dan zevenentwintig eeuwen. Om naar boven te komen biedt de stad de wandelaar een wirwar van hellingen en trappen die de zeventig meter overbruggen die de rivier van de twee heuvels scheidt, de wijken Saint-Jacques en Saint-Nazaire, waar de kathedraal staat. De stad is rijk geworden in de tweede helft van de 19e eeuw dankzij de opkomst van de wijnbouw en waakt nog altijd jaloers over zijn architectonische schatten: hier een gotisch pinakel, daar een Renaissance-raam en zo’n beetje overal verbergen zware deuren schitterende herenhuizen in particulier bezit, bewijzen van de “dwaasheid” die de mensen van Béziers aan het begin van de 19e eeuw in zijn greep had. In die tijd kwam de hele Parijse beaumonde naar deze provincie. Dankzij het Canal du Midi en de aanleg van een spoorwegverbinding én omdat het gebied rondom de stad deels gevrijwaard bleef van oïdium, meeldauw en vooral van de druifluisziekte, werd Béziers de rijkste stad van de Languedoc. Het lot dat de zelf uitgeroepen “Wereldhoofdstad van de wijn” over zich afriep is al net zo buitensporig als de stad zelf. Van dit verleden getuigen nog altijd de brede boulevards die zijn aangelegd volgens de traditie van de stadsarchitect baron Haussmann.
Een voorbeeld hiervan is de Allées Paul-Riquet, de wervelkolom van de stad. In 1838 werd de laan verfraait met het standbeeld van Paul Riquet (een werk van David d’Angers) en in 1848 werden er langs de hele allée platanen geplant. Aan ieder uiteinde staat een successymbool: in het noorden het prachtige theater Bonbonnière, een Italiaanse zaal, dat in 1844 werd gebouwd. In het zuiden is het plateau van de Dichters een aangename Engelse tuin, ontworpen door Bühler. Hier eren de beschaduwde lanen, de waterpartijen en de borrelende fonteinen een van de beroemdste kinderen van de regio, de beeldhouwer Injalbert, die hier een kolonie tritons en waternimfen heeft achtergelaten naast zijn monumentale Titan.
Ieder jaar lopen hier 700.000 bezoekers naar beneden in de richting van de Gallo-Romeinse arena’s die omringd worden door de flatgebouwen van de wijk Saint-Jacques. Of naar de modernere arena’s die in 1905 door Fernand Castelbon de Beauxhostes – een mecenas die verzot was op theater en de lyrische kunst – werden gebouwd naar voorbeeld van de Spaanse arena’s. In de grootste arena’s van Frankrijk (13.100 plaatsen) worden tijdens de beroemde feria van 15 augustus de stierengevechten gehouden. De oude wijnstad is nu een stad van kunst, theater en cultuur en is de perfecte omlijsting voor dit culturele erfgoed.
“Waanzin” in de wijngaarden
Deze kasteeltjes, de “dwaasheden uit Béziers” getuigen van de economische bloei die Béziers doormaakte dankzij de wijnbouw. Terwijl de druivensoort “saint Aramon” aan het einde van de 19e eeuw de dorst leste van de grote massa arbeiders uit de mijnen- en staalindustrie, bloeide buiten de stad in een oceaan van wijngaarden de “Paleizen van de Aramonie”. Het platteland van Béziers werd zodoende overspoeld met deze “wijnkastelen”, die met elkaar wedijverden in architecturale stoutmoedigheid (af en toe op de rand van de slechte smaak).
In die tijd deed het verhaal de ronde dat de winst van een enkele oogst voldoende was om de bouw van een dergelijk kasteel te bekostigen, met medewerking van de grootste architecten van die tijd, zoals Garros, de architect uit Bordeaux. Baïssan, La Gayonne (foto), La Devèze en Lirou behoren tot deze “dwaasheden”. Het kasteel van Raissac is de enige van de streek die zijn wijnen commercialiseert. Raissac werd meer dan 20 jaar geleden gerestaureerd in de anticonformistische stijl van zijn eigenaars, Christine en Jean Viennet, en huisvest tegenwoordig een aardewerkmuseum.
Narbonne
Tussen land en zee
Tijdens de Gallo-Romeinse oudheid droeg deze stad de naam Narbo Martius. Ze was de eerste Romeinse stad van Gallië en kent nog verschillende overblijfselen.
Dat Narbonne (Aude) het label “stad van kunst en geschiedenis” heeft ontvangen, is grotendeels te danken aan de sterke Romeinse identiteit die deze stad kenmerkt. Narbonne was dan ook de eerste Romeinse stad van Gallië, zelfs al voor de veroveringen van Julius Cesar. De stad werd in 118 voor Christus gesticht en fungeerde als een waar kruispunt vanwege zijn geografische ligging aan de rand van de Mer Méditerranée en langs de grote wegen. Narbo Martius profiteerde volop van de haven die de Romeinen
hier aanlegden, net als van de Via Domitia (Romeinse heerweg) die bij de stichting van de stad werd aangelegd om Italië te verbinden met Spanje. Deze weg werd allereerst ontworpen om het verplaatsen van de Romeinse garnizoens te vergemakkelijken, maar de handelaren maakten zich al snel meester van de verbindingsweg. Narbonne werd dan ook een verplichte passage. Zodra de Galliërs de stad hadden veroverd, nam de economie een grote vlucht. De wijnhandel werd er ontwikkeld, de graanhandel, de handel in keramiek… Voor het stadhuis kan men nog altijd een geplaveid stukje van de Via Domitia bewonderen, zoals ze 100 jaar v.Chr. te zien was. Deze weg kwam via de huidige rue de Lattre uit in het stadscentrum. Ze liep over het Bistan-plein en het oude Romeinse Forum om uit te komen bij wat nu de Pont des Marchands is, boven het kanaal van de Robine.
In Narbonne wordt gezegd dat de bodem nog vele antieke schatten verbergt. Hoewel het grootste deel van de Romeinse monumenten is verwoest, houden een aantal musea en opgravingscentra de herinnering aan Narbo Martius levend. Om dit rijke erfgoed beter tot zijn recht te laten komen, is er voorgesteld een museum, het Musée Régional de la Narbonne Antique, op te richten met 15.000 beeldhouwwerken, mozaïeken, muurschilderingen, edelstenen, enz. De beroemde Engelse architect Norman Foster zal instaan voor de bouw van het museum, dat zijn deuren in 2016 zal openen. Maar de geschiedenis van Narbonne, gedurende enkele decennia in de VIIIe eeuw een Arabische provincie, is ook rijk omwille van zijn verleden als spiritueel centrum – gesymboliseerd door de indrukwekkende kathedraal van Saint-Just en Saint-Pasteur – als handelscentrum in de Middeleeuwen en de Occitaanse vezel. Maar Narbonne doet meer dan alleen zijn verleden uitspelen en blijft aandacht aan levenskunst besteden. De hallen in Baltard stijl zijn het kloppende hart van de stadskern, maar Narbonne is ook een hoofdstad met een rijke Middeleeuwse geschiedenis. Narbonne heeft een uitgebreid natuurlijk erfgoed (het Clape-massief, het Fontfroide-massief), met centraal een beroemde wijngaard waar het wijntoerisme zich vooral ontwikkelt dankzij de “wine safari’s” van het VVV-kantoor. In de zomer is er ook Narbonne-Plage met 5 km fijne zandstranden, de favoriete vakantieplaats van velen.
De enige bewoonde brug van Frankrijk!
Deze brug, toen nog de Vetusbrug genoemd, werd in de Romeinse tijd boven het tracé de Via Domitia opgetrokken. Ze telt zeven bogen en heeft altijd centraal gestaan binnen de evolutie van Narbonne. De brug werd tijdens de Middeleeuwen verstevigd en is beetje bij beetje ingepalmd door de handelaars, die er hun marktkraampjes installeren, net zoals in Parijs of Italië. Het is vandaag de laatste bewoonde brug van Frankrijk.
Céret
Hoofdstad van moderne kunst
De hoofdplaats van Le Vallespir, die beroemd staat om zijn kersen, vormt eveneens een centrum voor moderne kunst. De geschiedenis van het dorp hangt dan ook nauw samen met de grote stromingen in de schilderkunst van de 20ste eeuw.
Déodat de Séverac, Pablo Picasso, Georges Braque, Max Jacob, Chaïm Soutine, Marc Chagall – en dan vermelden we enkel de meest bekende – hebben allen in Céret verbleven en het dorp komt dan ook voor in hun werken. Er worden in het dorp reeds ongeveer een halve eeuw tentoonstellingen voor hedendaagse kunst georganiseerd en sinds 1993 beschikt het dorp over een opmerkelijk museum van moderne kunst met werken van Matisse, Dufy, Chagall, Masson en een reeks keramische werken van Picasso. Een teken van het kloppende hart van deze gemeente, die ook de belangrijkste bakermat is van de Catalaanse folklore en cultuur en waar de sardane elk jaar geëerd wordt.